Mamma Medea van Tom Lanoye omschrijft de overgave, de adoratie en de woede van Medea. Medea is verbaal agressief uit onzekerheid. Ze panikeert maar zegt zelf realistisch te zijn. Ze is emotioneel en vanuit verdriet wraakzuchtig.
Ik ben niet altijd meester in mijn woorden. Van kindsbeen is mijn spraak gemutileerd. Ik praat gelijk ik ben gebekt. Ik bijt en raak dat niet meer kwijt. Iets anders heb ik nooit geleerd. Ik bas, ik blaf, nog meer ten overstaan van wie ik liefheb dan ten overstaan van wie mij degouteert. Ik bijt naar u tot in de eeuwigheid.
Wee mij, het is gedaan, het is voorbij. Ik kan niet meer, mijn einde is nabij. Ik ben van minder waarde dan een beest. Sterft vlees, van mijn vlees. Er valt niets laags op aarde te bedenken of ik heb het gedaan, in uw naam. Gij hebt uw woord en eed van trouw vermorzeld. Gij hebt mijn lijf bevuild, mijn hart besmet en mijn lippen doen ontsteken met uw kus. Mijn God! Waarom laat diamant zich wel op ’t eerste zicht van afval separeren. Maar draagt de mens geen zichtbaar teken om de edelsteen te scheiden van stront.
De vrouw: Zij is de ganse wereld in het klein. Zij is maar 1 ding nooit. Verwisselbaar. Wie haar verstoot, die treed de oudste wetten met de voeten en zal daar in de wreedste pijn voor boeten.
Geen vrouw beroofd een moeder van haar kinderen! Ik maak hen liever af. Ik moet mijn eigen kinderen vermoorden. Ik behoed hen voor een groter kwaad, een leven zonder moeder en met als hoeder een ontaarde vader en hoogstens ieder jaar diens nieuwe loeder. Ik heb dit recht bij gratie van de natuur. Nooit laat ik mijn zonen na, ten prooi aan wie zich wreken wil op mij. Dat nooit! Ik heb geen leven meer, en ook geen vrede. Als ik verga, vergaan ze met mij mede.
Ik wil alleen maar dat ge mij graag ziet. Ik moet altijd zo mijn best doen van mijzelf. Altijd, altijd goed mijn best doen. En ik wilde u zo gaarne kwetsen. U straffen met iets ergs. Veel groter en bijtender dan wat mij beschadigd had. Iets waar nog nooit iemand de moed voor had gehad. Moed of wanhoop.